Nieuws

In gesprek met AIR en Rotterdam Festivals

Geplaatst op: 27 mei 2021

Juni is dé Rotterdam Architectuur Maand. Wat dat inhoudt? Dat we samen het gesprek voeren over de stad, aldus AIR-directeur Barbara Luns en Rotterdam Festivals-directeur Renske Satijn. Deze maand vieren we de stad, boven- én ondergronds.

Door: Elsbeth Grievink

Renske, het is de eerste RA Maand die jij meemaakt als directeur van Rotterdam Festivals. Wat heb jij met architectuur?

Renske: ‘Heel veel. Toevallig stond ik gisteren op het dak van het Shellgebouw, over de stad uit te kijken. Dan denk ik aan mensen als K.P. van der Mandele, die een enorme verbinder was en door de juiste mensen samen te brengen, de basis heeft gelegd voor het Rotterdam van de twintigste eeuw. Aan mensen als Riek Bakker en Bram Peper, die écht hebben doorgepakt, waardoor Ben van Berkel zijn Erasmusbrug kon bouwen. Van die innovatiedrift plukken wij elke dag de vruchten! Zelf was ik betrokken bij de herstructurering van Rotterdam Centraal. Wat toen een plan was, daar loop ik nu dagelijks doorheen. Dat vind ik iets heel bijzonders. Dat met elkaar beleven en vieren van de stad is wat we met de Rotterdam Architectuur Maand ook doen.’

Wat is de kracht van de Rotterdam Architectuur Maand?

Barbara: ‘Het is heel leuk om bovenop een gebouw te staan en de stad onder je voeten te zien veranderen. Het is óók heel leuk om te horen over de complexe opgaven die erachter liggen. Dat maakt de samenwerking tussen AIR en Rotterdam Festivals zo sterk. We maken samen een festival waar ruimte is om te vieren én te leren.’

Renske: ‘Dat we met elkaar het gesprek voeren over waar de stad naartoe gaat, maar het tegelijkertijd luchtig houden. Op die manier betrekken we niet alleen de vakwereld, maar ook een breder publiek bij de ontwikkeling van de stad. We gaan het hebben over inrichtingsvraagstukken, maar ook over topics als energietransitie, inter-culturaliteit en ongelijkheid, omdat die onze leefomgeving ook beïnvloeden. Als bezoeker van de Maand word je aan het denken gezet: hoe hebben deze ontwikkelingen betrekking op mij? Tegelijkertijd doe je allemaal nieuwe ontdekkingen: hey, deze plek kende ik nog niet!’

Beeld: Florian Braakman

Als bezoeker word je aan het denken gezet: hoe hebben de ontwikkelingen in de stad betrekking op mij?

Hoe pakken jullie dat aan?

Barbara: ‘Twee jaar geleden hadden we met de Maand voor het eerst een echt festivalhart. Toen was het in het voormalig postkantoor aan de Coolsingel een komen en gaan van professionals en architectuurliefhebbers, maar ook gewone Rotterdammers en hun kinderen. Dit jaar hebben we opnieuw zo’n kloppend hart: de parkeergarage onder het Kruisplein. Nieuw is dat we dit jaar ook de ruimte geven aan de bureaus en ontwerpopleidingen in de stad. Zo brengen we twee werelden samen: dat van de professionals, die nieuwe visies en innovatieve ideeën voor de stad ontwikkelen, en de Rotterdammers die hier wonen.’

Waarom kozen jullie de Kruispleingarage als festivalhart?

Barbara: ‘In het afgelopen coronajaar was iedereen zijn stad opnieuw gaan ontdekken. Mensen flaneerden langs de Schie alsof het St. Tropez was. Ze zochten naar ruimte en vonden nieuwe manieren om de beschikbare ruimte te gebruiken. Die zoektocht blijft, ook na corona, heel relevant. Rotterdam is sterk aan het verdichten en we moeten creatief blijven omgaan met de ruimte die er is.’

Renske: ‘Door een parkeergarage als festival locatie te gebruiken, zetten we de bezoeker aan het denken: welke ruimte is er nog en hoe kunnen we die gebruiken? Rotterdam staat bekend om de manier waarop we onbekende of onbeminde plekken in de spotlights zetten door ze te programmeren. Dat doen we al sinds de jaren tachtig. Die manier van placemaking valt op, ook in het buitenland. Vanuit de internationale netwerken waar ik in zit, krijg ik vaak de vraag: hoe doen jullie dat toch in Rotterdam?’

Barbara: ‘De Kruispleingarage is zo’n onbekende, onbeminde locatie. Hij is wat lastiger te vinden, maar als je hem eenmaal ontdekt hebt, blijkt het een van de mooist ontworpen garages van Rotterdam te zijn.’

Het thema is Ontdek de Onderstroom. Wat verstaan jullie daaronder?

Barbara: ‘We laten aan een breed publiek zien wat achter gesloten deuren, in de vakwereld gebeurt. Wat er in de torens van Stadsontwikkeling op tafel ligt, waar architecten over nadenken en wat in het onderwijs borrelt en bruist.’

Renske: ‘De onderstroom staat voor de veranderingen die je voelt aankomen, maar nog niet kunt waarnemen. Neem de verdichting van de binnenstad, de energietransitie en de veranderende inwonerssamenstelling: je weet dat het er is, maar wat betekent dit nou straks voor jouw directe leefomgeving?’

Barbara: ‘We nemen bezoekers hierin mee, door ze letterlijk ondergronds te laten gaan.’

De zoektocht naar ruimte blijft, ook na corona, heel relevant.

Wat gaan we daar beleven?

Barbara: ‘Het festivalhart bevindt zich diep onder de grond, op -5. Zodra je hier aankomt, beland je in een soort maanlandschap van betonpuin. Dit is de interventie Undercurrent, achter de coulissen van de stedelijke ontwikkeling van de Rotterdamse architect Enzo Valerio. Tussen het gruis, granulaat en de metselschagen kun je maquettes bekijken van belangrijke gebiedsontwikkelingen, waaronder een grote maquette van de zeven stadsprojecten. Ook vind je hier workshopruimten en een studio, van waaruit we lezingen en debatten opnemen en livestreamen, die je dus ook thuis kunt volgen.’

Wat is jullie ambitie met de Rotterdam Architectuur Maand?

Renske: ‘Covid gooit nu even roet in het eten, maar de Rotterdam Architectuur Maand heeft de potentie om heel veel internationale bezoekers te trekken. Daar gaan we ons de komende jaren voor inzetten. Bijvoorbeeld door nog meer bekende Rotterdamse architectuurhelden te betrekken. Denk aan Rem Koolhaas, Winy Maas en Francine Houben, maar ook iemand als Marco Vermeulen, die heel veel mensen inspireert op het gebied van duurzaam bouwen. Daarnaast droom ik van een heel groot World Expo-achtig paviljoen, waar we heel veel bezoekers kunnen ontvangen en onze innovatiekracht laten zien.’

Barbara: ‘De stad groeit en verandert elke dag. Steeds weer komt de focus op andere dingen te liggen. De ambitie is om met de Maand tijdig op al die veranderingen in te spelen en zoveel mogelijk mensen uit onze wereld te betrekken bij ons festival. Architecten, ontwikkelaars, studenten, maar ook bijvoorbeeld leveranciers. Om samen het gesprek te blijven voeren, en vooral ook de betrokkenheid van de Rotterdammers bij de ontwikkeling van hún stad, vast te houden.’

Renske: ‘Daarin vinden AIR en Rotterdam Festivals elkaar, en werken we samen met een heleboel partners uit de stad: bureaus, festivalorganisatoren, culturele partners, onderwijs en bedrijven.’

Wanneer is de Maand voor jullie geslaagd?

Renske: ‘Als mensen na afloop van hun bezoek zeggen: ik ben verrast, ik heb iets bijzonders gehoord of gezien en ik ben aan het denken gezet.’

Barbara: ‘En als het ons gelukt is om netwerken aan elkaar te verbinden. Die verbinding heb je nodig, om samen verder te komen. En elk jaar doen we er een schep bovenop om die verbinding sterker te maken. Dit jaar niet één schep, trouwens, maar zakkenvol granulaat, haha.’

Beeld credits:
Portret Barbara door Rosa Quist
Portret Renske Satijn door Gaby van Jongenelen
Campagnebeelden en garage door Florian Braakman